6.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva
Activa en passiva
Activa en passiva worden tegen nominale waarde opgenomen, tenzij anders vermeld in de verdere grondslagen.
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar Elker zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Een in de balans opgenomen actief of verplichting blijft op de balans, als een transactie (met betrekking tot het actief of de verplichting) niet leidt tot een belangrijke verandering in de economische realiteit met betrekking tot het actief of de verplichting.
Als een transactie ertoe leidt dat bijna alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of bijna alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of van betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.
Toelichtingen op de posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd.
De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro's, wat ook de functionele valuta is van Elker. Alle financiële informatie in euro's is afgerond op gehele euro's.
Gebruik van schattingen
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa, verplichtingen, baten en lasten. De waarderingsgrondslagen van de voorzieningen en de materiële vaste activa zijn naar de mening van het bestuur het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereisen schattingen en veronderstellingen. Deze schattingen en veronderstellingen zijn nader toegelicht in de waarderingsgrondslagen op de balansposten in de jaarrekening. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, onder aftrek van eventueel ontvangen subsidies, het eigen aandeel en de afschrijvingen. Eventueel ontvangen subsidies voor materiële vaste activa worden in aftrek gebracht op de verkrijgingsprijs. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op de balansdatum worden verwacht. Voor de vaststelling of voor een materieel vast actief sprake is van een bijzondere waardevermindering wordt verwezen naar onderstaande paragraaf Bijzondere waardeverminderingen vaste activa. De afschrijvingen zijn gebaseerd op de verwachte levensduur zoals bepaald in de voorschriften van onderscheiden subsidiegevers en worden lineair berekend. De afschrijvingstermijnen van de materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van het vast actief. De afschrijvingen worden berekend als een percentage van de aanschafprijs (eventueel onder aftrek van ontvangen subsidies en het eigen aandeel) volgens de lineaire methode op basis van economische levensduur. Op bedrijfsterreinen, onderhanden projecten en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd:
- Gebouwen 2-10%
- Inventaris en vervoersmiddelen 20%
- Automatisering 20-33%
Bijzondere waardeverminderingen vaste activa
Door Elker wordt op balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde.
Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt direct als een last verwerkt in de winst- en verliesrekening. Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord.
Financiële instrumenten
Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten.
Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Deze worden gescheiden van het basiscontract en apart verantwoord indien de economische kenmerken en risico’s van het basiscontract en het daarin besloten derivaat niet nauw verwant zijn, indien een apart instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat aan de definitie van een derivaat zou voldoen en het gecombineerde instrument niet wordt gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening.
In contracten besloten financiële instrumenten die niet worden gescheiden van het basiscontract, worden verwerkt in overeenstemming met het basiscontract.
Financiële instrumenten, inclusief de van de basiscontracten gescheiden afgeleide financiële instrumenten, worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering.
Na de eerste opname worden financiële instrumenten bij de vervolgwaardering gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Eventueel worden direct toerekenbare transactiekosten verwerkt in de winst- en verliesrekening tenzij hierna anders beschreven.
Vorderingen
Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie en na eerste verwerking tegen de geamortiseerde kostprijs. Dit is in het algemeen de nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. Bij de bepaling van deze voorziening wordt de statische methode gehanteerd.
Verstrekte leningen en overige vorderingen
Verstrekte leningen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.
Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Langlopende- en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen
Langlopende- en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. De aflossingsverplichtingen voor het komende jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder de kortlopende schulden.
Overige financiële verplichtingen
Financiële verplichtingen die geen deel uitmaken van een handelsportefeuille worden tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd op basis van de effectieve rentemethode.
Afgeleide financiële instrumenten
Bij Elker wordt geen gebruik gemaakt van afgeleide financiële instrumenten waaronder derivaten.
Onderhanden projecten uit hoofde van DBC's/DBC-zorgproducten
De onderhanden projecten uit hoofde van DBC's/DBC-zorgproducten worden gewaardeerd op basis van de verwachte opbrengstwaarde van de zorg, zijnde het deel van de DBC's/DBC-zorgproducten dat tot en met 31 december 2016 is geleverd.
Op het onderhanden werk worden de voorschotten die ontvangen zijn van de verzekeraars in mindering gebracht. Voor voorzienbare verliezen op onderhanden projecten uit hoofde van DBC’s/DBC-zorgproducten wordt een voorziening op de waardering in mindering gebracht.
Onderhanden trajecten jeugdzorg
De onderhanden trajecten jeugdzorg worden gewaardeerd op basis van de verwachte opbrengstwaarde van de zorg, zijnde het deel van de trajecten dat tot en met 31 december 2016 is geleverd.
Eigen vermogen
Binnen het eigen vermogen wordt onderscheid gemaakt tussen kapitaal en collectief gebonden vermogen.
Kapitaal
Het kapitaal betreft het vrije vermogen dat ter beschikking van Elker staat en dat niet door vroegere exploitatie- overschotten/exploitatietekorten tot stand is gekomen.
Collectief gebonden vermogen
Het collectief gebonden vermogen van Elker bestaat uit een algemene reserve en bestemmingsreserves.
Algemene reserve
Onder de algemene reserve is opgenomen dat deel van het eigen vermogen, waarover de bevoegde organen binnen de statutaire doelstellingen van de Stichting vrij kunnen beschikken.
Bestemmingsreserves
Bestemmingsreserves zijn reserves waaraan door de bevoegde organen van Elker een beperktere bestedingsmogelijkheid is aangebracht dan op grond van de statuten zou bestaan.
Aanwending van bestemmingsreserves
Uitgaven die worden gedekt uit bestemmingsreserves worden in de resultatenrekening verantwoord en via de resultaatbestemming ten laste van de betreffende reserve gebracht.
Wijzigingen in de beperking van de bestemming van reserves welke door de daartoe bevoegde organen of instanties worden aangebracht, worden als overige mutaties binnen het eigen vermogen verwerkt.
Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden op balansdatum gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen in 2017 en naar volgende jaren af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij het effect van de tijdswaarde van te verwaarlozen betekenis is.
Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting.
Voorziening groot onderhoud
Voor het te verwachten groot onderhoud aan de gebouwen en terreinen wordt jaarlijks een bedrag aan de onderhoudsvoorziening gedoteerd op grond van het meerjaren onderhoudsplan, aangevuld met actuele informatie. De werkelijke uitgaven voor groot onderhoud worden in mindering gebracht op deze voorziening. De voorziening is gebaseerd op nominale waarde.
Voorziening ziekteverzuim
Onder deze voorziening worden begrepen de kosten inzake het eigen risico van twee jaren loon doorbetaling, conform de cao-Jeugdzorg en eventuele frictiekosten met betrekking tot langdurig ziekteverzuim. Langdurige ziekte is vastgesteld op basis van de op moment van balansdatum bekende ziektegevallen, waarbij op basis van ziektehistorie en rapportages van de Arbodienst door het management een inschatting is gemaakt van de kans op herstel. De voorziening is gebaseerd op nominale waarde.
Voorziening jubileumuitkeringen
Deze voorziening heeft betrekking op de opgebouwde rechten op jubileumuitkeringen op grond van de cao-Jeugdzorg welke in de toekomst tot uitbetaling zullen leiden. De waardering is conform actuariële berekening.
Voorziening vitaliteitsbudget
Deze voorziening betreft de contante waarde van het vanwege de cao-Jeugdzorg uit te keren vitaliteitsbudget aan medewerkers die 55 jaar of ouder zijn. De berekening is gebaseerd op de verplichtingen op basis van de cao-Jeugdzorg, een uitstroomkans en leeftijd. De uitkomsten van de berekening zijn contant gemaakt tegen een percentage van 0,85% per jaar. Daarnaast bestaat deze voorziening uit de contante waarde van het vanwege de cao-Jeugdzorg uit te keren garantieverlof aan medewerkers die 55 jaar of ouder zijn of 55 jaar worden, geboren zijn voor 1 januari 1961 en voor 1 januari 2006 in dienst waren van een werkgever die valt onder de werkingssfeer van de cao-Jeugdzorg. De berekening is gebaseerd op de verplichtingen op basis van de cao-Jeugdzorg, een uitstroomkans en leeftijd. De uitkomsten van de berekening zijn contant gemaakt tegen een percentage van 0,85% per jaar.
Voorziening reorganisatie en 57plus
Onder deze voorziening wordt begrepen de inschatting van de kosten ter dekking van toekomstige loonkosten, herplaatsings- en afvloeiingskosten van personeel. De voorziening is gebaseerd op de nominale waarde.
Voorziening verlieslatend contract
Op 18 december 2015 heeft Elker met de RIGG een overeenkomst gesloten voor 2016 en 2017. Op dat moment was de verwachting dat deze overeenkomst op onderdelen verlieslatend zou zijn. De kostenstructuur van de organisatie zou zich op een aantal onderdelen niet juist verhouden tot het beschikbare budget voor de zorg voor de cliënten. Ter dekking van de frictiekosten die op deze manier ontstaan, is in 2015 een voorziening gevormd in de balans. In 2016 is de kostenstructuur van de organisatie aangepast aan de tarieven. De voorziening is gebaseerd op de nominale waarde.
Voorziening ORT verplichting
Medewerkers die recht hebben op onregelmatigheidstoeslag (ORT) over gewerkte uren krijgen vanaf 2016 het gemiddelde ORT doorbetaald tijdens het vakantie verlof. Deze voorziening betreft de inschatting van de kosten van de verplichting tot uitbetaling van ORT gedurende de vakantie voor de periode voor 2016. De voorziening is gebaseerd op de nominale waarde.
Leasing
Elker kan financiële en operationele leasecontracten afsluiten. Een leaseovereenkomst waarbij de voor- en nadelen verbonden aan het eigendom van het leaseobject geheel of nagenoeg geheel door de lessee worden gedragen, wordt aangemerkt als een financiële lease. Alle andere leaseovereenkomsten classificeren als operationele leases. Bij de leaseclassificatie is de economische realiteit van de transactie bepalend en niet zozeer de juridische vorm. Bij Elker is geen sprake van financiële lease.
Operationele leases
Als Elker optreedt als lessee in een operationele lease, wordt het leaseobject niet geactiveerd. Leasebetalingen inzake de operationele lease worden lineair over de leaseperiode ten laste van de winst-en verliesrekening gebracht.